Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties weer te geven op social media. Door op accepteren te klikken geef je toestemming voor het plaatsen van deze cookies.

Werk in de haven

Op stap met de ‘neuzen’ van DCMR Milieudienst Rijnmond

Ruik je buiten een gek luchtje, dan meld je dat bij DCMR Milieudienst Rijnmond. Maar wat gebeurt er daarna? De Havenkrant keek mee in de meldkamer waar alle geur- en geluidsklachten binnenkomen ‘Onze neuzen zijn goed getraind.’ 

Lisa

Jennifer

Christiaan’ 

Christiaan ontvangt in de meldkamer klachten over geur- en geluidshinder en werkt nauw samen met zijn collega-­inspecteurs in de haven om de overlastbron op te sporen. 

Foto’s : David Rozing 

Het is een soort cockpit, de werkplek van Christiaan van Westing. Acht beeldschermen hangen er voor zijn neus, waarop van alles om aandacht vraagt. In groene en rode kolommen verspringen cijfers, op een interactieve havenplattegrond bewegen gekleurde icoontjes en op een ander scherm komen berichtjes binnen. Ondertussen beantwoordt Christiaan via zijn headset telefoontjes. We zijn hier in de meldkamer, het kloppend hart van DCMR Milieudienst Rijnmond; dit is de plek waar dag en nacht alle meldingen van geur- en geluidhinder – ‘stank’ en ‘lawaai’ in de volksmond – binnenkomen. Aan Christiaan en zijn collega’s de taak om uit te zoeken wie of wat de veroorzaker is. ‘Een soort detectivewerk waarbij we allerlei informatie moeten combineren.’ 

Hoe gaat dat in zijn werk? Het eerste waar Christiaan naar kijkt, zo legt hij uit, is: waar komt de melding vandaan? Of: meldingen. ‘Zeker als er sprake is van serieuze overlast, stromen de webmeldingen en belletjes bij ons binnen.’ De locaties van al die meldingen verschijnen als stipjes op een kaart op een van Christiaans beeld­schermen. ‘Dan checken we de windrichting- en snelheid, zodat we een inschatting kunnen maken van de bron van het geluid of de geur.’ Soms is het dan meteen duidelijk. ‘Bedrijven geven ons allerlei informatie over mogelijke overlast. Bijvoorbeeld als een installatie in onderhoud gaat. Of als er sprake is van een procesverstoring waardoor gassen ontstaan die – veilig en milieuverantwoord – moeten worden afgefakkeld. Dan is het een kwestie van: één plus één is twee.’ 

Scroll verder

‘Het is een soort detectivewerk ­dat we doen’ 

Maar soms hebben de meldkamermedewerkers ook geen idee. En dan komen de collega’s in beeld die ‘piketdienst’ hebben. Deze inspecteurs kunnen op elk moment worden gebeld om op onderzoek uit te gaan. Zoals vandaag Lisa Hoek en Jennifer Hanko. Op de punt van de Landtong Rozenburg stappen ze uit hun DCMR-dienstauto. Er is een geurmelding en ze gaan ter plaatse poolshoogte nemen. Daarvoor hebben ze een zogenoemde PID-meter bij zich die gassen kan detecteren. ‘Maar die is meer ter ondersteuning. We gebruiken in de eerste plaats onze neus, uiteindelijk ons meest betrouwbare instrument’, zegt Jennifer. 

Een goeie neus is dan ook een vereiste voor dit werk. ‘Vooraf wordt je neus getest’, vertelt Christiaan. ‘Gelukkig bleek ik vrij goed te kunnen ruiken.’ Tijdens een training leer je allerlei geuren onderscheiden. ‘Denk aan de lucht van verschillende soorten olie, chloor, rubber, maar ook zwavel – dat ruikt als rotte eieren – of de zoetige gistingsgeur die vrijkomt bij de productie van bio-ethanol.’ Zo leer je geuren te herleiden tot bedrijfsactiviteiten. ‘In belangrijke mate is het dus een kwestie van je neus volgen en als een geurdetective de haven doorkruisen’, zegt Jennifer. Dat vereist soms vasthoudendheid. ‘Ik ben wel eens zo vaak heen en weer gereden dat de  
douane me aanhield’, vertelt Lisa. Lachend: ‘Ze dachten dat ik een drugs­ uithaler was.’ 

Elektronische neuzen snuiven mee 

Maar soms hebben de meldkamermedewerkers ook geen idee. En dan komen de collega’s in beeld die ‘piketdienst’ hebben. Deze inspecteurs kunnen op elk moment worden gebeld om op onderzoek uit te gaan. Zoals vandaag Lisa Hoek en Jennifer Hanko. Op de punt van de Landtong Rozenburg stappen ze uit hun DCMR-dienstauto. Er is een geurmelding en ze gaan ter plaatse poolshoogte nemen. Daarvoor hebben ze een zogenoemde PID-meter bij zich die gassen kan detecteren. ‘Maar die is meer ter ondersteuning. We gebruiken in de eerste plaats onze neus, uiteindelijk ons meest betrouwbare instrument’, zegt Jennifer. 

Een goeie neus is dan ook een vereiste voor dit werk. ‘Vooraf wordt je neus getest’, vertelt Christiaan. ‘Gelukkig bleek ik vrij goed te kunnen ruiken.’ Tijdens een training leer je allerlei geuren onderscheiden. ‘Denk aan de lucht van verschillende soorten olie, chloor, rubber, maar ook zwavel – dat ruikt als rotte eieren – of de zoetige gistingsgeur die vrijkomt bij de productie van bio-ethanol.’ Zo leer je geuren te herleiden tot bedrijfsactiviteiten. ‘In belangrijke mate is het dus een kwestie van je neus volgen en als een geurdetective de haven doorkruisen’, zegt Jennifer. Dat vereist soms vasthoudendheid. ‘Ik ben wel eens zo vaak heen en weer gereden dat de  
douane me aanhield’, vertelt Lisa. Lachend: ‘Ze dachten dat ik een drugs­ uithaler was.’ 

Rubberlucht 

Frustrerend 

Denken de inspecteurs beet te hebben, dan wordt dit altijd gecheckt. ‘Soms kloppen we letterlijk aan de deur’, zegt Christiaan. ‘Hebben we gelijk dat deze geur of dit geluid hier vandaan komt? En zo ja: valt er iets aan te doen?’ Soms kan dat meteen. Een lawaaiige installatie die wordt uitgezet zodat omwonenden kunnen slapen. Soms is het ingewikkelder en moet het bedrijf aanpassingen doen. ‘Dat is soms frustrerend’, zegt Christiaan. ‘Het lijkt alsof er niks met een klacht gebeurt. Dat is niet zo: wij bouwen een dossier op waarmee je – al dan niet via de rechter – een verandering kan afdwingen. Zo’n bedrijf moet bijvoorbeeld een geur­behandelingsinstallatie installeren. Vandaar dat wij altijd zeggen: blijf melden, alleen zo kunnen we overlast aanpakken.’ 

Jennifer en Lisa hebben ondertussen ­‘geroken’ op de Landtong. Vooralsnog hebben ze de bron van de geurhinder niet kunnen vaststellen. Dus stappen ze in de auto om hun neuzen elders in de wind te steken. Jennifer: ‘Hiervoor werkte ik in een lab. Interessant, maar nu heb ik het gevoel echt iets bij te dragen. Als ik tijdens een dienst één klacht kan oplossen, ga ik met een goed gevoel naar huis.’ 

Ervaar je overlast van een bedrijf of evenement? Denk aan stank, lawaai, stof, afval of ongedierte, geef het dan door aan de meldkamer via tel. 0888-333 555 of op de website: dcmr.nl

Overlast melden? 

DCMR Milieudienst Rijnmond houdt toezicht op bedrijven met een hoog risico voor het milieu. Er werken bijna 700 mensen die zich bezighouden met vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu en natuurwetgeving. Bij de meldkamer – 24/7 bereikbaar – werken een kleine twintig mensen. DCMR is voortdurend op zoek naar talent: zowel doorgewinterde experts als studenten en starters. Check hier de vacatures: werkenbijdcmr.nl 

Werken bij DCMR 

Christiaan ontvangt in de meldkamer klachten over geur- en geluidshinder en werkt nauw samen met zijn collega-­inspecteurs in de haven om de overlastbron op te sporen. 

Maar soms hebben de meldkamermedewerkers ook geen idee. En dan komen de collega’s in beeld die ‘piketdienst’ hebben. Deze inspecteurs kunnen op elk moment worden gebeld om op onderzoek uit te gaan. Zoals vandaag Lisa Hoek en Jennifer Hanko. Op de punt van de Landtong Rozenburg stappen ze uit hun DCMR-dienstauto. Er is een geurmelding en ze gaan ter plaatse poolshoogte nemen. Daarvoor hebben ze een zogenoemde PID-meter bij zich die gassen kan detecteren. ‘Maar die is meer ter ondersteuning. We gebruiken in de eerste plaats onze neus, uiteindelijk ons meest betrouwbare instrument’, zegt Jennifer. 

Een goeie neus is dan ook een vereiste voor dit werk. ‘Vooraf wordt je neus getest’, vertelt Christiaan. ‘Gelukkig bleek ik vrij goed te kunnen ruiken.’ Tijdens een training leer je allerlei geuren onderscheiden. ‘Denk aan de lucht van verschillende soorten olie, chloor, rubber, maar ook zwavel – dat ruikt als rotte eieren – of de zoetige gistingsgeur die vrijkomt bij de productie van bio-ethanol.’ Zo leer je geuren te herleiden tot bedrijfsactiviteiten. ‘In belangrijke mate is het dus een kwestie van je neus volgen en als een geurdetective de haven doorkruisen’, zegt Jennifer. Dat vereist soms vasthoudendheid. ‘Ik ben wel eens zo vaak heen en weer gereden dat de  
douane me aanhield’, vertelt Lisa. Lachend: ‘Ze dachten dat ik een drugs­ uithaler was.’ 

Elektronische neuzen snuiven mee 

‘Het is een soort detectivewerk ­dat we doen’ 

DCMR Milieudienst Rijnmond houdt toezicht op bedrijven met een hoog risico voor het milieu. Er werken bijna 700 mensen die zich bezighouden met vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu en natuurwetgeving. Bij de meldkamer – 24/7 bereikbaar – werken een kleine twintig mensen. DCMR is voortdurend op zoek naar talent: zowel doorgewinterde experts als studenten en starters. Check hier de vacatures: werkenbijdcmr.nl 

Werken bij DCMR 

Ervaar je overlast van een bedrijf of evenement? Denk aan stank, lawaai, stof, afval of ongedierte, geef het dan door aan de meldkamer via tel. 0888-333 555 of op de website: dcmr.nl

Overlast melden? 

Frustrerend 

Denken de inspecteurs beet te hebben, dan wordt dit altijd gecheckt. ‘Soms kloppen we letterlijk aan de deur’, zegt Christiaan. ‘Hebben we gelijk dat deze geur of dit geluid hier vandaan komt? En zo ja: valt er iets aan te doen?’ Soms kan dat meteen. Een lawaaiige installatie die wordt uitgezet zodat omwonenden kunnen slapen. Soms is het ingewikkelder en moet het bedrijf aanpassingen doen. ‘Dat is soms frustrerend’, zegt Christiaan. ‘Het lijkt alsof er niks met een klacht gebeurt. Dat is niet zo: wij bouwen een dossier op waarmee je – al dan niet via de rechter – een verandering kan afdwingen. Zo’n bedrijf moet bijvoorbeeld een geur­behandelingsinstallatie installeren. Vandaar dat wij altijd zeggen: blijf melden, alleen zo kunnen we overlast aanpakken.’ 

Jennifer en Lisa hebben ondertussen ­‘geroken’ op de Landtong. Vooralsnog hebben ze de bron van de geurhinder niet kunnen vaststellen. Dus stappen ze in de auto om hun neuzen elders in de wind te steken. Jennifer: ‘Hiervoor werkte ik in een lab. Interessant, maar nu heb ik het gevoel echt iets bij te dragen. Als ik tijdens een dienst één klacht kan oplossen, ga ik met een goed gevoel naar huis.’ 

Maar soms hebben de meldkamermedewerkers ook geen idee. En dan komen de collega’s in beeld die ‘piketdienst’ hebben. Deze inspecteurs kunnen op elk moment worden gebeld om op onderzoek uit te gaan. Zoals vandaag Lisa Hoek en Jennifer Hanko. Op de punt van de Landtong Rozenburg stappen ze uit hun DCMR-dienstauto. Er is een geurmelding en ze gaan ter plaatse poolshoogte nemen. Daarvoor hebben ze een zogenoemde PID-meter bij zich die gassen kan detecteren. ‘Maar die is meer ter ondersteuning. We gebruiken in de eerste plaats onze neus, uiteindelijk ons meest betrouwbare instrument’, zegt Jennifer. 

Een goeie neus is dan ook een vereiste voor dit werk. ‘Vooraf wordt je neus getest’, vertelt Christiaan. ‘Gelukkig bleek ik vrij goed te kunnen ruiken.’ Tijdens een training leer je allerlei geuren onderscheiden. ‘Denk aan de lucht van verschillende soorten olie, chloor, rubber, maar ook zwavel – dat ruikt als rotte eieren – of de zoetige gistingsgeur die vrijkomt bij de productie van bio-ethanol.’ Zo leer je geuren te herleiden tot bedrijfsactiviteiten. ‘In belangrijke mate is het dus een kwestie van je neus volgen en als een geurdetective de haven doorkruisen’, zegt Jennifer. Dat vereist soms vasthoudendheid. ‘Ik ben wel eens zo vaak heen en weer gereden dat de  
douane me aanhield’, vertelt Lisa. Lachend: ‘Ze dachten dat ik een drugs­ uithaler was.’ 

Rubberlucht 

Jennifer

Lisa

Het is een soort cockpit, de werkplek van Christiaan van Westing. Acht beeldschermen hangen er voor zijn neus, waarop van alles om aandacht vraagt. In groene en rode kolommen verspringen cijfers, op een interactieve havenplattegrond bewegen gekleurde icoontjes en op een ander scherm komen berichtjes binnen. Ondertussen beantwoordt Christiaan via zijn headset telefoontjes. We zijn hier in de meldkamer, het kloppend hart van DCMR Milieudienst Rijnmond; dit is de plek waar dag en nacht alle meldingen van geur- en geluidhinder – ‘stank’ en ‘lawaai’ in de volksmond – binnenkomen. Aan Christiaan en zijn collega’s de taak om uit te zoeken wie of wat de veroorzaker is. ‘Een soort detectivewerk waarbij we allerlei informatie moeten combineren.’ 

Hoe gaat dat in zijn werk? Het eerste waar Christiaan naar kijkt, zo legt hij uit, is: waar komt de melding vandaan? Of: meldingen. ‘Zeker als er sprake is van serieuze overlast, stromen de webmeldingen en belletjes bij ons binnen.’ De locaties van al die meldingen verschijnen als stipjes op een kaart op een van Christiaans beeld­schermen. ‘Dan checken we de windrichting- en snelheid, zodat we een inschatting kunnen maken van de bron van het geluid of de geur.’ Soms is het dan meteen duidelijk. ‘Bedrijven geven ons allerlei informatie over mogelijke overlast. Bijvoorbeeld als een installatie in onderhoud gaat. Of als er sprake is van een procesverstoring waardoor gassen ontstaan die – veilig en milieuverantwoord – moeten worden afgefakkeld. Dan is het een kwestie van: één plus één is twee.’ 

Christiaan’ 

Werk in de haven

Op stap met de ‘neuzen’ van DCMR Milieudienst Rijnmond

Foto’s : David Rozing 

Ruik je buiten een gek luchtje, dan meld je dat bij DCMR Milieudienst Rijnmond. Maar wat gebeurt er daarna? De Havenkrant keek mee in de meldkamer waar alle geur- en geluidsklachten binnenkomen ‘Onze neuzen zijn goed getraind.’ 

Volledig scherm