Het is winter, de dieren lijken wel verdwenen uit de haven. Valt mee hoor. Als je weet waar je moet kijken, kun je allerlei ‘havenbewoners’ spotten.  

Wintervakantiegangers

Onder water, in de diepte van de haven, blijven vissen rustig overwinteren. Ze bewegen nauwelijks, terwijl ze wachten tot de warmere dagen weer aanbreken. Zeehondjes hebben geen last van het koude water. Zij zijn ook in de winter actief: je kan ze zien dobberen in het water of ‘zonnebaden’ op de zandbanken van de Maasvlakte. De zeehonden die de haven bezoeken, zijn vooral de gewone zeehond en de grijze zeehond. Dan heb je langs de kades ook nog vrolijke wintervakantiegangers als eenden en ganzen. De haven wordt hun speelplaats in de winter. Ze hebben er een overvloed aan voedsel tot hun beschikking. Algen en waterplanten, kleine visjes en schaaldieren vormen hun smakelijke menu. Ze lijken de kou te trotseren en te genieten van deze feestelijke maaltijden.

Nachtvlindertje

Hartje winter kun je ook een bijzonder nachtvlindertje spotten in de haven: de slakkenhuiszakdrager. En die naam heeft hij niet voor niets. Dit vlindertje overwintert als pop en ziet eruit als een slakkenhuisje van zand. Kijk maar eens goed op verkeersborden of gebouwen rondom de haven, misschien kom je hem wel tegen. Zo zie je maar: het lijkt misschien stil, maar ook in de winter wemelt de haven van het leven.

De temperaturen dalen en de dagen worden korter. Het lijkt alsof de natuur tot stilstand komt. Maar schijn bedriegt. Onder de grond gebeurt van alles. Veel dieren in de omgeving van de haven, zoals konijnen en rugstreeppadden, kruipen in hun warme en knusse holletjes. Ze voeden zich met de voorraad die ze in de herfst al hebben verzameld en rollen zich op. Zo wachten ze geduldig op de lente.

Voedselbommetjes

Er zijn ook dieren die er juist op uit trekken, namelijk trekvogels. Het havengebied is een aantrekkelijke stop voor vogels die de lange trektocht vanuit koude noordelijke oorden maken. Zo halen ze wat sappige besjes uit struiken als de duindoorn. Dat zijn voedselbommetjes vol met suikers. Wanneer ze hun maagjes hebben gevuld, kunnen ze de tocht naar het zuiden voortzetten. Dit doen ze niet alleen, vaak zijn ze in grote groepen te spotten.

Ja, net zoals op de weg zijn er ook op het water verkeersregels! Er zijn algemene regels, bijvoorbeeld: grote schepen gaan voor op schepen korter dan 20 meter. En ook op het water heeft rechts (stuurboord) voorrang op links (bakboord). Maar er zijn ook verkeersborden in de haven. En net als jij op de fiets of je moeder in de auto, moet een kapitein of stuurman zich daaraan houden. Bijvoorbeeld: een rood bord met een witte balk geeft, net als op de weg, aan dat een schip daar niet in mag. Er bestaat ook een vierkant P-bord met een schuine rode streep erdoor; daar mag een schip niet ‘parkeren’ (‘meren’ heet dat bij schepen).

Verboden in te halen bestaat ook. Zoals een schipper dan zegt: ‘voorbijlopen verboden’. En het bord dat erbij hoort heeft twee zwarte pijlen met een schuine rode lijn ertussen. Trouwens, auto’s en schepen komen ook wel eens bij elkaar: binnenvaartschippers hebben vaak hun auto mee aan boord. Die mogen ze ‘aan wal’ zetten op een plek waar een bord dat aangeeft.