Werk in de haven
‘Ik ben een soort detective van de havengeschiedenis’
Conservator Irene Jacobs werkt nu 33 jaar voor het Maritiem Museum, dat 150 jaar bestaat. ‘Het is de baan van mijn leven,
ik geniet elke dag met volle teugen.’
Foto: Jurgen Huiskes
Irene kan zich nog goed herinneren hoe zij in 1991, na haar studie geschiedenis, stageliep bij het Maritiem Museum. ‘Na een week zei ik tegen mezelf: hier ben ik op mijn plek, hier moet ik blijven.’ De baan van conservator in het hart van de Rotterdamse haven is een afwisselend beroep. Je vertelt het publiek over de geschiedenis aan de hand van voorwerpen’, vat Irene haar missie samen. ‘Ik ben een ‘spullenmens’. Hoe is iets gemaakt, van wie was het en welk verhaal zit erachter? Voorwerpen overleven ons en dragen honderden jaren hun verhaal met zich mee.’
De nieuwe tentoonstelling die Irene voorbereidt, gaat over de geschiedenis van vrouwen in de maritieme wereld. ‘Vrouwen krijgen nu veel meer aandacht dan 150 jaar geleden, toen alles werd bepaald door mannen. In deze tentoonstelling laten we zien waar vrouwen toen wel actief waren. Ze werkten in zeemanshuizen, maar ronselden ook matrozen. Er waren ook vrouwen die voeren. Dat mocht niet, dus verkleedden ze zich dan als man.’ Maar de tijden zijn veranderd, want steeds meer vrouwen kiezen voor een maritiem vak. Dat merkt ook Irene. ‘Voor de tentoonstelling spreek ik vrouwen die werkzaam zijn in de haven, van werken in de logistiek tot kraanmachinistes. Dat hoop ik ook in de nieuwe tentoonstelling te bereiken: laten zien dat de Rotterdamse haven ook een plek is waar je als vrouw kunt werken en je thuis kunt voelen.’
Zeemanshuizen
Irene draagt bij aan nieuwe tentoonstellingen en beheert een deel van de collectie. ‘Als conservator ben je een soort detective van de geschiedenis, op zoek naar historische verhalen. Als mensen ons voorwerpen aanbieden, beoordeel ik of ze bij ons museum passen. Ook krijgen we veel vragen over de collectie, die ik beantwoord.’ Daarnaast is Irene betrokken bij het 150-jarig jubileum van het museum (zie het activiteiten- programma op p. 12 ). Zo schreef ze teksten voor de speciale jubileum-website. Heeft Irene de appeltaart al geproefd die je voor 150 cent kunt kopen in het museumcafé? ‘Oeh, heel lekker’, glimlacht ze.
De Rotterdamse haven speelt een belangrijke rol in het museum. Bijvoorbeeld in de vorm van een prachtige maquette van scheepswerf Wilton, heel gedetailleerd met de loodsen en droogdokken. ‘Maar bijvoorbeeld ook een schilderij van Cornelis van der Zwalm met een aangezicht van de haven, begin twintigste eeuw. En dan zie je dat de haven honderd jaar geleden zoveel kleiner en anders was.’
Scheepswerf Wilton
Scroll verder
Er zijn geen specifieke opleidingen voor conservator, maar een universitaire opleiding geschiedenis of kunstgeschiedenis is wel een goede basis. Het is een beroep dat je in de praktijk leert, aangevuld met
cursussen.
Conservator worden?
Volgend artikel
De nieuwe tentoonstelling die Irene voorbereidt, gaat over de geschiedenis van vrouwen in de maritieme wereld. ‘Vrouwen krijgen nu veel meer aandacht dan 150 jaar geleden, toen alles werd bepaald door mannen. In deze tentoonstelling laten we zien waar vrouwen toen wel actief waren. Ze werkten in zeemanshuizen, maar ronselden ook matrozen. Er waren ook vrouwen die voeren. Dat mocht niet, dus verkleedden ze zich dan als man.’ Maar de tijden zijn veranderd, want steeds meer vrouwen kiezen voor een maritiem vak. Dat merkt ook Irene. ‘Voor de tentoonstelling spreek ik vrouwen die werkzaam zijn in de haven, van werken in de logistiek tot kraanmachinistes. Dat hoop ik ook in de nieuwe tentoonstelling te bereiken: laten zien dat de Rotterdamse haven ook een plek is waar je als vrouw kunt werken en je thuis kunt voelen.’
Zeemanshuizen
Er zijn geen specifieke opleidingen voor conservator, maar een universitaire opleiding geschiedenis of kunstgeschiedenis is wel een goede basis. Het is een beroep dat je in de praktijk leert, aangevuld met
cursussen.
Conservator worden?
Foto: Jurgen Huiskes
Irene draagt bij aan nieuwe tentoonstellingen en beheert een deel van de collectie. ‘Als conservator ben je een soort detective van de geschiedenis, op zoek naar historische verhalen. Als mensen ons voorwerpen aanbieden, beoordeel ik of ze bij ons museum passen. Ook krijgen we veel vragen over de collectie, die ik beantwoord.’ Daarnaast is Irene betrokken bij het 150-jarig jubileum van het museum (zie het activiteiten- programma op p. 12 ). Zo schreef ze teksten voor de speciale jubileum-website. Heeft Irene de appeltaart al geproefd die je voor 150 cent kunt kopen in het museumcafé? ‘Oeh, heel lekker’, glimlacht ze.
De Rotterdamse haven speelt een belangrijke rol in het museum. Bijvoorbeeld in de vorm van een prachtige maquette van scheepswerf Wilton, heel gedetailleerd met de loodsen en droogdokken. ‘Maar bijvoorbeeld ook een schilderij van Cornelis van der Zwalm met een aangezicht van de haven, begin twintigste eeuw. En dan zie je dat de haven honderd jaar geleden zoveel kleiner en anders was.’
Scheepswerf Wilton
Irene kan zich nog goed herinneren hoe zij in 1991, na haar studie geschiedenis, stageliep bij het Maritiem Museum. ‘Na een week zei ik tegen mezelf: hier ben ik op mijn plek, hier moet ik blijven.’ De baan van conservator in het hart van de Rotterdamse haven is een afwisselend beroep. Je vertelt het publiek over de geschiedenis aan de hand van voorwerpen’, vat Irene haar missie samen. ‘Ik ben een ‘spullenmens’. Hoe is iets gemaakt, van wie was het en welk verhaal zit erachter? Voorwerpen overleven ons en dragen honderden jaren hun verhaal met zich mee.’
Werk in de haven
‘Ik ben een soort detective van de havengeschiedenis’
Conservator Irene Jacobs werkt nu 33 jaar voor het Maritiem Museum, dat 150 jaar bestaat. ‘Het is de baan van mijn leven,
ik geniet elke dag met volle teugen.’