
Kans maken op een exemplaar van Herco’s Groot Rotterdams Citatenboek (inclusief hoofdstuk met havencitaten)? Stuur dan een mail met je naam en adres naar havenkrant@portofrotterdam.com o.v.v. ‘Citatenboek’.
De winnaar krijgt bericht.
Herco’s bijnamentour
Herco stelde talloze boeken samen over zijn geliefde Rotterdamse taal, waaronder ‘Het Rotterdams ABC’, ‘Humor uit Rotjeknor’ en ‘Het Groot Rotterdams Citatenboek’. Daarnaast organiseert hij regelmatig een bijnamentour (o.a. op za 11 okt en zo 14 dec). En op za 22 nov is Herco een van de sprekers op het Natte T Festival, een ode aan de Rotterdamse taal.
Kijk voor meer info op: scheurmailrotterdam.nl
Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.
Rotterdam(s)kenner Herco Kruik geeft lesje haventaal
De haven 24/7
Over havenartiesten en dozenboten
‘Echte Rotterdammers schrijven Haven met een hoofdletter’, vindt taal- én Rotterdam-liefhebber Herco Kruik. Hij verzamelde talloze Rotterdamse havenuitdrukkingen en woorden en geeft je graag een taalles – zodat je je mondje kunt roeren tijdens de Wereldhavendagen.
Foto: Gert Jan Pos
Zijn favoriete havenwoord? Daar hoeft Herco niet lang over na te denken. ‘Dozenboot’, zegt hij beslist. ‘Dan zie je zo’n immense containerreus voorbijvaren en heeft de Rotterdammer het over een dozenbootje. Typisch voor onze havenstad. Nuchter, niet snel onder de indruk, dat woord weerspiegelt mooi onze volksaard.’
Al decennia bestudeert Herco de Rotterdamse (volks)taal. Hij verzamelt woorden, bijnamen, uitdrukkingen, gezegden en citaten uit de Maasstad. Een uit de hand gelopen hobby die leidde tot een hele reeks boeken (‘Het Groot Rotterdams Citatenboek’ is de laatste uitgave), maar ook zijn jaarlijkse Rotterdamse scheurkalender en een bijnamentour die Herco sinds jaar en dag organiseert.



‘Typisch Rotterdams: zo’n immense containerreus noemen we hier gewoon een dozenbootje.’
Ook verzamelde Herco talloze haven-gerelateerde bijnamen. Zo staat bij het Maritiem Museum de oude vuurtoren van Hoek van Holland, het Lage Licht. ‘Bij de insiders bekend als Klein Duim-pje’, vertelt hij. Of wat te denken van het kantoor van de Zeehavenpolitie in het Lloyd-kwartier. Herco: ‘Dat staat ook wel bekend als de Lessenaar, vanwege zijn aflopende dak. Overigens: het oude, drijvende kantoor van de toenmalige Rivierenpolitie – nu het onderdak van de havenmeester van de Veerhaven – wordt ook wel het Vlotje genoemd.’ Bekender bij het grote publiek is de bijnaam van schiereiland Katendrecht: de Kaap. ‘De plek waar alle ketelbinkies – de matrozen – gingen passagieren. En daar kwam je dan landhaaien tegen: vrouwen die aanpapten met rijke zeelui.’
Landhaaien
En zo kan Herco nog wel even doorgaan met anekdotes en taalweetjes. Veel van die bijnamen en uitdrukkingen vertellen iets over de geschiedenis van Rotterdam. ‘Ken je Pier 7? Dat is de langste pier van de Waalhaven. En dus werd dit de bijnaam voor een lang meisje. Of denk aan de Plof van Pernis, de grote ontploffing bij Shell in 1968.’ Voor Herco zeggen al die taalvondsten ook iets over Rotterdam zelf: recht voor zijn raap, vol humor, meestal nuchter. Geen poespas, wel trots. Niet voor niets liet hij deze uitdrukking op een wandplaat drukken: ‘Echte Rotterdammers schrijven Haven met een hoofdletter.’
Dat de haven zijn stempel heeft gedrukt op de Rotterdamse woordenschat hoeft geen betoog. ‘Half Rotterdam werkte tot voor kort in de haven, dus vanzelf-sprekend zijn allerlei havenuitdrukkingen onze volkstaal binnengeslopen’, vertelt Herco. Veel daarvan hebben hun wortels in het Engels. ‘Zo veranderde to knock off in afnokken, of gewoon nokken: stoppen met werken. To tie on (vastleggen) werd aftaaien. Pezen komt van to pace, tempo maken. En een ontbijtje werd bij de havenarbeiders een brekkie, van breakfast. Hoewel ze natuurlijk ook van bunkeren houden, naar het tanken van een schip. En wist je dat halvezool komt van asshole? En een havenarbeider die dat allemaal niet begrijpt? Die knijst het niet, van to recognize.’
Havendiva's
Overigens spreken de havenwerkers zelf graag over havenartiesten, vertelt Herco. ‘Dat staat dan weer in contrast met de havendiva’s, de kraanmachinisten die in een kantoor achter een joystick zitten. Oh, en weet je wat ze in 020 zeggen? Havenslaven. Nou ja, in de haven betalen ze de hoofdstedelingen met gelijke munt terug: weet je wat een Amsterdammertje is? Dat betekende in de tijd van het stukgoed een slechte hijs. Zoals een Amerikaantje een veel te grote is, en een Rotterdammertje een perfecte hijs.’
Nog een favoriet van Herco: krulstaart. ‘Die term werd begin vorige eeuw gekscherend gebruikt voor de havenarbeiders van boerenafkomst. In die periode was er een enorm tekort aan arbeids-krachten, waardoor het wemelde van de krulstaarten in de havens’, vertelt hij. ‘Die arbeiders werkten vaak in ploegendiensten, telkens in andere samenstellingen. Je kende je collega’s nauwelijks bij naam. Dus hoorde je ook vaak: Hé Arie! Arie was immers de meest voorkomende jongensnaam in Rotterdam. Vandaar ook de uitdrukking: Wat een Arie! Geen compliment, maar bedoeld als: wat een uitslover.’
Nog zo’n term die verweven is met de havenhistorie: ellebogenstoom. ‘Dat woord komt van de Rotterdamse roeiers, de mannen die de schepen vastleggen aan de kade. Nu varen zij met gemotoriseerde vletten, maar indertijd brachten ze de scheepstrossen met roeiboten – vandaar ‘roeiers’ – naar de kade. Daar kwam natuurlijk flink wat spierkracht bij kijken, oftewel: ellebogenstoom.’
'Wat een Arie!'
Scroll verder

Volgend artikel

Kans maken op een exemplaar van Herco’s Groot Rotterdams Citatenboek (inclusief hoofdstuk met havencitaten)? Stuur dan een mail met je naam en adres naar havenkrant@portofrotterdam.com o.v.v. ‘Citatenboek’.
De winnaar krijgt bericht.

‘Typisch Rotterdams: zo’n immense containerreus noemen we hier gewoon een dozenbootje.’




Herco stelde talloze boeken samen over zijn geliefde Rotterdamse taal, waaronder ‘Het Rotterdams ABC’, ‘Humor uit Rotjeknor’ en ‘Het Groot Rotterdams Citatenboek’. Daarnaast organiseert hij regelmatig een bijnamentour (o.a. op za 11 okt en zo 14 dec). En op za 22 nov is Herco een van de sprekers op het Natte T Festival, een ode aan de Rotterdamse taal.
Kijk voor meer info op: scheurmailrotterdam.nl
Herco’s bijnamentour
Nog zo’n term die verweven is met de havenhistorie: ellebogenstoom. ‘Dat woord komt van de Rotterdamse roeiers, de mannen die de schepen vastleggen aan de kade. Nu varen zij met gemotoriseerde vletten, maar indertijd brachten ze de scheepstrossen met roeiboten – vandaar ‘roeiers’ – naar de kade. Daar kwam natuurlijk flink wat spierkracht bij kijken, oftewel: ellebogenstoom.’
Nog een favoriet van Herco: krulstaart. ‘Die term werd begin vorige eeuw gekscherend gebruikt voor de havenarbeiders van boerenafkomst. In die periode was er een enorm tekort aan arbeids-krachten, waardoor het wemelde van de krulstaarten in de havens’, vertelt hij. ‘Die arbeiders werkten vaak in ploegendiensten, telkens in andere samenstellingen. Je kende je collega’s nauwelijks bij naam. Dus hoorde je ook vaak: Hé Arie! Arie was immers de meest voorkomende jongensnaam in Rotterdam. Vandaar ook de uitdrukking: Wat een Arie! Geen compliment, maar bedoeld als: wat een uitslover.’
'Wat een Arie!'
Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.
Rotterdam(s)kenner Herco Kruik geeft lesje haventaal
‘Echte Rotterdammers schrijven Haven met een hoofdletter’, vindt taal- én Rotterdam-liefhebber Herco Kruik. Hij verzamelde talloze Rotterdamse haven-uitdrukkingen en woorden en geeft je graag een taalles – zodat je je mondje kunt roeren tijdens de Wereldhavendagen.
Zijn favoriete havenwoord? Daar hoeft Herco niet lang over na te denken. ‘Dozenboot’, zegt hij beslist. ‘Dan zie je zo’n immense containerreus voorbijvaren en heeft de Rotterdammer het over een dozenbootje. Typisch voor onze havenstad. Nuchter, niet snel onder de indruk, dat woord weerspiegelt mooi onze volksaard.’
Al decennia bestudeert Herco de Rotterdamse (volks)taal. Hij verzamelt woorden, bijnamen, uitdrukkingen, gezegden en citaten uit de Maasstad. Een uit de hand gelopen hobby die leidde tot een hele reeks boeken (‘Het Groot Rotterdams Citatenboek’ is de laatste uitgave), maar ook zijn jaarlijkse Rotterdamse scheurkalender en een bijnamentour die Herco sinds jaar en dag organiseert.
Foto: Gert Jan Pos
Over havenartiesten en dozenboten
De haven 24/7


En zo kan Herco nog wel even doorgaan met anekdotes en taalweetjes. Veel van die bijnamen en uitdrukkingen vertellen iets over de geschiedenis van Rotterdam. ‘Ken je Pier 7? Dat is de langste pier van de Waalhaven. En dus werd dit de bijnaam voor een lang meisje. Of denk aan de Plof van Pernis, de grote ontploffing bij Shell in 1968.’ Voor Herco zeggen al die taalvondsten ook iets over Rotterdam zelf: recht voor zijn raap, vol humor, meestal nuchter. Geen poespas, wel trots. Niet voor niets liet hij deze uitdrukking op een wandplaat drukken: ‘Echte Rotterdammers schrijven Haven met een hoofdletter.’
Landhaaien
Ook verzamelde Herco talloze haven-gerelateerde bijnamen. Zo staat bij het Maritiem Museum de oude vuurtoren van Hoek van Holland, het Lage Licht. ‘Bij de insiders bekend als Klein Duim-pje’, vertelt hij. Of wat te denken van het kantoor van de Zeehavenpolitie in het Lloyd-kwartier. Herco: ‘Dat staat ook wel bekend als de Lessenaar, vanwege zijn aflopende dak. Overigens: het oude, drijvende kantoor van de toenmalige Rivierenpolitie – nu het onderdak van de havenmeester van de Veerhaven – wordt ook wel het Vlotje genoemd.’ Bekender bij het grote publiek is de bijnaam van schiereiland Katendrecht: de Kaap. ‘De plek waar alle ketelbinkies – de matrozen – gingen passagieren. En daar kwam je dan landhaaien tegen: vrouwen die aanpapten met rijke zeelui.’
Havendiva's
Overigens spreken de havenwerkers zelf graag over havenartiesten, vertelt Herco. ‘Dat staat dan weer in contrast met de havendiva’s, de kraanmachinisten die in een kantoor achter een joystick zitten. Oh, en weet je wat ze in 020 zeggen? Havenslaven. Nou ja, in de haven betalen ze de hoofdstedelingen met gelijke munt terug: weet je wat een Amsterdammertje is? Dat betekende in de tijd van het stukgoed een slechte hijs. Zoals een Amerikaantje een veel te grote is, en een Rotterdammertje een perfecte hijs.’
Dat de haven zijn stempel heeft gedrukt op de Rotterdamse woordenschat hoeft geen betoog. ‘Half Rotterdam werkte tot voor kort in de haven, dus vanzelf-sprekend zijn allerlei havenuitdruk-kingen onze volkstaal binnengeslopen’, vertelt Herco. Veel daarvan hebben hun wortels in het Engels. ‘Zo veranderde to knock off in afnokken, of gewoon nokken: stoppen met werken. To tie on (vastleggen) werd aftaaien. Pezen komt van to pace, tempo maken. En een ontbijtje werd bij de havenarbeiders een brekkie, van breakfast. Hoewel ze natuurlijk ook van bunkeren houden, naar het tanken van een schip. En wist je dat halvezool komt van asshole? En een havenarbeider die dat allemaal niet begrijpt? Die knijst het niet, van to recognize.’