Joyce de Bruin werkt al bijna vijf jaar voor Stena Line. Toch vindt ze het nog elke ochtend bijzonder als ze aankomt op de terminal in Hoek van Holland: ‘Dan ligt daar een van onze machtige ferry’s te schitteren in het ochtendlicht – dat verveelt nooit.’

Foto: Andreas Terlaak

Joyce is regionaal onboard commercial manager bij Stena Line. In die rol zorgt ze dat het de passagiers aan boord aan niets ontbreekt: van kraakhelder beddengoed tot smakelijk eten en een onberispelijke service. ‘Onze passagiers­ferry’s Stena Hollandica en de Stena Britannica bieden samen onderdak aan bijna 2200 ­passagiers. Het grootste hotel van Nederland, maar dan varend’, zegt Joyce trots.

Haar werk doet ze deels vanuit het kantoor op de terminal. ‘Met prachtig uitzicht op de schepen en soms ook zeehondjes.’ Maar vrijwel dagelijks stapt Joyce ook even aan boord. En dat blijft bijzonder. ‘Zo’n schip is een wereld op zichzelf. Alleen al vanwege de lengte: 241 meter van boeg tot achtersteven. Met allemaal kruip-door-sluip-door-gangetjes. De zeevarende collega’s maken flink wat kilometers op een dag.’

Al maken de schepen het werk bijzonder, het zijn de collega’s die zorgen voor de sfeer, zegt Joyce. ‘Aan boord werken mensen uit allerlei landen: Nederlanders, Engelsen, Duitsers, Polen, Filipino’s. Toch is de samen­horigheid groot – collega’s kijken naar elkaar om. Stena Line is een familiebedrijf en zo voelt het nog steeds, ondanks de omvang.’

Vaart Joyce zelf wel eens mee? ‘Ik moet bekennen: ik ben geen held op zee, niet zo vaak dus.’ Laat haar dus maar genieten vanaf de wal. Zoals aan de start van elke werkdag. ‘Dan ligt daar een van onze machtige ferry’s te schitteren in het ochtendlicht, dat verveelt nooit.’