


Foto: Sander de Vries

Verhalen uit de
haven van...
havenreporter Jelle Gunneweg
(o.a. van RTV Rijnmond)
Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.
‘Ik zou vaker om me heen moeten kijken, het uitzicht is fantastisch’

JESSE:
MIKE:
‘We hebben allemaal een verschillende achtergrond’

Verhalen uit de haven
Bungelen aan de Botlekbrug
Op zestig meter hoogte hingen ze aan de Botlekbrug: de industriële klimmers van de Rope Access Group. Vier nachten lang deden ze onderhoudswerk. De Havenkrant was erbij.
Foto: Erik Buis
Scroll verder
Het is een spectaculair gezicht, midden in de nacht bij de Botlekbrug: kleine lichtgevende figuren bungelen tientallen meters boven het water. Langzaam bewegen ze als ninja’s langs de stalen kabels van de brugpijlers naar beneden. Het zijn industriële klimmers die de immense hijskabels van de brug invetten.
Alleen met een verrekijker is te zien hoe de silhouetten met een grote kwast en pot vet in de weer zijn. Ze hangen in een harnas aan touwen en kijken uit over de A15, de verlichte Botlek en de scheepvaart over de Oude Maas. Stalen zenuwen moeten ze hebben voor het werk op deze hoogte. Maar elke beweging is doordacht, blijkt op de vierde en laatste nacht van deze onderhoudsklus.
Het team – negen mannen en één vrouw – verzamelt zich eerder die avond bij het kantoor van opdrachtgever A-Lanes A15 in Hoogvliet. Ze luisteren naar de instructie van de aannemer. ‘De brug gaat tijdelijk niet meer open voor de scheepvaart en het auto- en treinverkeer is stilgelegd. Maar let op: er staat nog wel stroom op de bovenleiding. Als het niet veilig is of voelt, ga je niet naar boven’, waarschuwt hij de klimmers.
Dan stappen ze in de auto en rijden naar de voet van de Botlekbrug. Daar trekken ze hun werkkleding aan en lopen de verlaten brug op. Het is een bont gezelschap in oranje fluorescerende hesjes. De sfeer is gemoedelijk, hun handelingen ogen geroutineerd.
‘We hebben allemaal een verschillende achtergrond’, vertelt Mike (61), de oudste medewerker in het team van de Rope Access Group. ‘Het team bestaat uit een ex-militair, een bioloog en kunstenaar, en een paar watersporters, techneuten en bergsporters. Allemaal hebben ze de juiste opleidingen en trainingen. Sommigen doen dit werk maar een paar weken per jaar en gaan daarna weer op avontuur.’
Mike was zelf ooit parachutespringer, marktkoopman en techneut op een scheepswerf. ‘Toen ze daar vijftien jaar geleden een lasser voor in de touwen zochten, hoefde ik niet lang na te denken. Ik deed al jaren aan bergsport en kon snel mijn certificaat industrieel klimmen halen. Nu wil ik niet anders meer. Het is zó gevarieerd: we werken op zee, in chemische fabrieken, bij scheepsdokken en in olietanks.’
Industrieel klimmen

Hij rookt nog snel een sigaretje en stapt dan met zijn collega’s de lift in naar de veertiende verdieping van een pijler aan de oostkant van de Botlekbrug. Mike: ‘Voor alpinisten is het klimmen een sport of uitdaging. Voor ons is het een omslachtige manier om naar het werk te gaan. We worden ingezet op plekken waar een steiger of hoogwerker niet bij kan. Daar leggen we kabels, doen bergingswerk of technisch onderhoud. En we zijn ook niet bang voor vieze handen, zoals hier bij de brug.’
Als het team op zestig meter hoogte uit de lift stapt, kruipen ze één voor één door een roostergat en verplaatsen zich via een touwwissel naar hun positie. Vanaf daar dalen ze langzaam. ‘Ze hangen aan twee lijnen en smeren per persoon vier kabels met vet in’, legt Luc uit. Hij is de meest ervaren klimmer en blijft bovenin toekijken of alles goed gaat. ‘We moeten onszelf kunnen redden. Daar handelen we ook naar.’
Elke klimmer heeft een emmer vet aan een karabijnhaak. Ze dopen daar een grote kwast in en wrijven de margarine-achtige smurrie uit over de dikke kabels. Zo blijft het hefmechanisme van de brug soepel lopen en blijft roest weg.
Vieze handen
Dikke spierballen
Volgens Jesse (31), een van de jongste teamleden, is het vet biologisch afbreekbaar. ‘Als er een kloddertje in het water valt, is dat geen ramp. Ook de kwast hangt aan een touwtje, zodat-ie niet kan vallen.’ Hij studeerde ooit commerciële economie, maar ging liever reizen.
Via een omweg kwam hij bij de industriële klimmers terecht. Nu is het alweer zijn vierde jaar in de touwen bij de Botlekbrug.
‘Ik zie het als een jaarlijks uitje. We hebben veel lol met elkaar en je krijgt er dikke spierballen van. De eerste keer vond ik het best spannend om door dat luik te kruipen en die touwwissel te maken. Maar als je eenmaal bezig bent, heb je niet in de gaten hoe hoog het eigenlijk is. Ik zou wat vaker om me heen moeten kijken, want het uitzicht is hier fantastisch. Een enkele keer zie ik een schip voorbijvaren. Dat is wel cool.’
De klimmers van Rope Access Group zijn gespecialiseerd in werkzaamheden op plekken waar je met een steiger of hoogwerker niet komt. Denk aan offshore-installaties, olietanks of droogdokken. Ze hebben allemaal een speciale opleiding gevolgd en werken altijd met twee afzonderlijk verankerde lijnen – één om op de werkplek te komen en de tweede dient als veiligheidslijn. ropeaccessgroup.com

Op grote hoogte



Volgend artikel

De klimmers van Rope Access Group zijn gespecialiseerd in werkzaamheden op plekken waar je met een steiger of hoogwerker niet komt. Denk aan offshore-installaties, olietanks of droogdokken. Ze hebben allemaal een speciale opleiding gevolgd en werken altijd met twee afzonderlijk verankerde lijnen – één om op de werkplek te komen en de tweede dient als veiligheidslijn. ropeaccessgroup.com
Op grote hoogte


‘Ik zou vaker om me heen moeten kijken, het uitzicht is fantastisch’

JESSE:
Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.
Hij rookt nog snel een sigaretje en stapt dan met zijn collega’s de lift in naar de veertiende verdieping van een pijler aan de oostkant van de Botlekbrug. Mike: ‘Voor alpinisten is het klimmen een sport of uitdaging. Voor ons is het een omslachtige manier om naar het werk te gaan. We worden ingezet op plekken waar een steiger of hoogwerker niet bij kan. Daar leggen we kabels, doen bergingswerk of technisch onderhoud. En we zijn ook niet bang voor vieze handen, zoals hier bij de brug.’
Als het team op zestig meter hoogte uit de lift stapt, kruipen ze één voor één door een roostergat en verplaatsen zich via een touwwissel naar hun positie. Vanaf daar dalen ze langzaam. ‘Ze hangen aan twee lijnen en smeren per persoon vier kabels met vet in’, legt Luc uit. Hij is de meest ervaren klimmer en blijft bovenin toekijken of alles goed gaat. ‘We moeten onszelf kunnen redden. Daar handelen we ook naar.’
Elke klimmer heeft een emmer vet aan een karabijnhaak. Ze dopen daar een grote kwast in en wrijven de margarine-achtige smurrie uit over de dikke kabels. Zo blijft het hefmechanisme van de brug soepel lopen en blijft roest weg.
Vieze handen
MIKE:
‘We hebben allemaal een verschillende achtergrond’

Het team – negen mannen en één vrouw – verzamelt zich eerder die avond bij het kantoor van opdrachtgever A-Lanes A15 in Hoogvliet. Ze luisteren naar de instructie van de aannemer. ‘De brug gaat tijdelijk niet meer open voor de scheepvaart en het auto- en treinverkeer is stilgelegd. Maar let op: er staat nog wel stroom op de bovenleiding. Als het niet veilig is of voelt, ga je niet naar boven’, waarschuwt hij de klimmers.
Dan stappen ze in de auto en rijden naar de voet van de Botlekbrug. Daar trekken ze hun werkkleding aan en lopen de verlaten brug op. Het is een bont gezelschap in oranje fluorescerende hesjes. De sfeer is gemoedelijk, hun handelingen ogen geroutineerd.
‘We hebben allemaal een verschillende achtergrond’, vertelt Mike (61), de oudste medewerker in het team van de Rope Access Group. ‘Het team bestaat uit een ex-militair, een bioloog en kunstenaar, en een paar watersporters, techneuten en bergsporters. Allemaal hebben ze de juiste opleidingen en trainingen. Sommigen doen dit werk maar een paar weken per jaar en gaan daarna weer op avontuur.’
Mike was zelf ooit parachutespringer, marktkoopman en techneut op een scheepswerf. ‘Toen ze daar vijftien jaar geleden een lasser voor in de touwen zochten, hoefde ik niet lang na te denken. Ik deed al jaren aan bergsport en kon snel mijn certificaat industrieel klimmen halen. Nu wil ik niet anders meer. Het is zó gevarieerd: we werken op zee, in chemische fabrieken, bij scheepsdokken en in olietanks.’
Industrieel klimmen
Het is een spectaculair gezicht, midden in de nacht bij de Botlekbrug: kleine lichtgevende figuren bungelen tientallen meters boven het water. Langzaam bewegen ze als ninja’s langs de stalen kabels van de brugpijlers naar beneden. Het zijn industriële klimmers die de immense hijskabels van de brug invetten.
Alleen met een verrekijker is te zien hoe de silhouetten met een grote kwast en pot vet in de weer zijn. Ze hangen in een harnas aan touwen en kijken uit over de A15, de verlichte Botlek en de scheepvaart over de Oude Maas. Stalen zenuwen moeten ze hebben voor het werk op deze hoogte. Maar elke beweging is doordacht, blijkt op de vierde en laatste nacht van deze onderhoudsklus.
Op zestig meter hoogte hingen ze aan de Botlekbrug: de industriële klimmers van de Rope Access Group. Vier nachten lang deden ze onderhoudswerk. De Havenkrant was erbij.

Verhalen uit de
haven van...
havenreporter Jelle Gunneweg
(o.a. van RTV Rijnmond)
Verhalen uit de haven
Bungelen aan de Botlekbrug




Foto: Sander de Vries
Foto: Erik Buis
Dikke spierballen
Volgens Jesse (31), een van de jongste teamleden, is het vet biologisch afbreekbaar. ‘Als er een kloddertje in het water valt, is dat geen ramp. Ook de kwast hangt aan een touwtje, zodat-ie niet kan vallen.’ Hij studeerde ooit commerciële economie, maar ging liever reizen. Via een omweg kwam hij bij de industriële klimmers terecht. Nu is het alweer zijn vierde jaar in de touwen bij de Botlekbrug.
‘Ik zie het als een jaarlijks uitje. We hebben veel lol met elkaar en je krijgt er dikke spierballen van. De eerste keer vond ik het best spannend om door dat luik te kruipen en die touwwissel te maken. Maar als je eenmaal bezig bent, heb je niet in de gaten hoe hoog het eigenlijk is. Ik zou wat vaker om me heen moeten kijken, want het uitzicht is hier fantastisch. Een enkele keer zie ik een schip voorbijvaren. Dat is wel cool.’

