Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties weer te geven op social media. Door op accepteren te klikken geef je toestemming voor het plaatsen van deze cookies.

Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.

Wil je niets missen van de Havenkrant?
  
‘Ik heb de tofste baan van Nederland’

Verhalen uit de haven

‘De haven draait goed’

Boudewijn Siemons is sinds begin vorig jaar de CEO (‘baas’) van Havenbedrijf Rotterdam. Voor de Havenkrant daarom tijd om een blik op de haven te werpen met Siemons, want de Rotterdamse haven is in woelig internationaal vaarwater gekomen. Geopolitieke spanningen hebben invloed op de industrie en de logistiek. Toch is Siemons optimistisch: de haven draait goed, ondanks turbulente tijden.

Foto: Marc Nolte

Scroll verder

Vanaf het kantoor van Siemons (60) – hoog in het World Port Center op de Kop van Zuid, pal langs de Nieuwe Maas – hebben we een geweldig uitzicht over Rotterdam. Een strakblauwe lucht overspant deze middag het herkenbare silhouet van de stad. We zien binnenvaartschepen de Erasmusbrug passeren. Watertaxi’s zoeven over het glinsterende water. Draaien we de blik naar het westen, dan zien we talloze havenkranen en draaiende windturbines aan de horizon. Ver weg en toch dichtbij. 

Broodje kroket

Siemons praat bevlogen. Vaak gebarend met zijn handen. Soms staat hij op en loopt hij naar de grote havenkaart aan de muur om iets aan te wijzen. Werkplezier? Dat is hem op het lijf geschreven. ‘Ik heb de tofste baan van Nederland’, zegt hij glunderend. ‘In de haven van Rotterdam komt de hele wereld samen. Het is een plek om je te verwonderen over het vele werk dat mensen hier verrichten. Ik ga er graag met partners en collega’s naartoe, maar ook met familie en vrienden.’

En zijn favoriete plek in de haven? Siemons antwoordt lachend: ‘De hele haven is mij lief, maar als ik er één moet noemen, is dat Smickel-Inn Balkon van Europa, de snackbar op het puntje van Maasvlakte 2. Met een broodje kroket in je hand kijk je naar de schepen die de haven binnenvaren. Mooier dan dat wordt het niet, toch?’

De haven van de toekomst is circulair en stoot geen broeikasgassen meer uit, stelt Siemons. ‘Vroeger waren we er trots op dat Rotterdam de grootste haven van de wereld was, nu willen we graag trots zijn op een duurzame en efficiënte haven. Maar óók daarvoor moeten we aantrek­kelijk blijven voor investeringen en goederenstromen. Want zonder bedrijven ook geen verduurzaming; het is een enorme opgave.’

In die haven van de toekomst – denk aan pakweg over 25 jaar – hebben we nog steeds industrie nodig. Grondstoffen om mobiele telefoons, medicijnen, isolatiemateriaal of windturbines mee te maken, moeten immers ergens vandaan komen. 

‘Bedrijven maken in de toekomst dus niet per se hele andere producten, alleen gaat het proces erachter dan op een duurzame manier – met circulaire grondstoffen. Het is belangrijk om de bestaande industrie om te bouwen naar een duur­zame manier van werken, want we hebben deze bedrijven hard nodig. En ombouwen is ook een stuk duurzamer dan het slopen van oude fabrieken en weer nieuwe bouwen. In de toekomst ziet de haven er daarom voor het oog misschien hetzelfde uit, maar ‘onder de motorkap’ heb je een andere productiemethode.’

Ook vanwege huidige, woelige tijden en geopolitieke spanning is het behoud van deze bedrijven in Nederland essentieel. Siemons: ‘Stel je voor dat je al die grondstoffen en producten moet importeren, dan zijn we afhankelijk van bedrijven en overheden in het buitenland. Dan kun je een speelbal in een geopolitiek spelletje worden. Als wij een eigen industrie behouden, die zélf grondstoffen en producten kan maken, houd je dat ook in eigen hand.’

Bovendien is de uitgangspositie van de haven nog steeds stevig, benadrukt Siemons. ‘De haven draait goed: de overslag is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven en er wordt veilig gewerkt. Dankzij de haven hebben 192.000 mensen een baan in deze regio. Dat is iets om te koesteren.’

Aantrekkelijk blijven

Het mag nu dan een zonnige dag zijn, maar pakken donkere wolken zich niet langzaam samen boven de Rotterdamse haven? Kort na elkaar maakten dit voorjaar twee chemiebedrijven, LyondellBasell/Covestro en Tronox, bekend te vertrekken uit Rotterdam. Donkere wolken? Siemons schudt zijn hoofd. ‘Natuurlijk maak ik me oprecht zorgen over deze ontwikkelingen rondom het investeringsklimaat en de hoge energieprijzen voor de industrie, maar ik denk ook dat er wat aan te doen is. Sterker nog: daar werken we hard aan’, zegt Siemons.

‘Want het is heel ongelukkig dat bedrijven besluiten om te stoppen, in de allereerste plaats voor de mensen die er werken. Ik praat er veel over – met bedrijven, collega’s, politieke contacten – en ik denk dat we het tij kunnen keren. Samen met de overheid willen we dat bedrijven hier goed kunnen draaien én kunnen verduurzamen. Het Havenbedrijf en bedrijven werken daar nu al aan. Dat zie je ook al in de haven: we zijn volop bezig met grote bouwprojecten. Dat is niet meer iets van de toekomst.’

Denk daarbij aan de aanleg van Porthos, het project om CO₂ te transporteren en op te slaan onder de Noordzee. Daarmee worden grote stappen gezet in het verlagen van de uitstoot in de haven. Ook de bouw van de eerste waterstoffabriek en waterstofleiding door de haven vordert gestaag. 

Hoge energieprijzen

‘Ik heb de tofste baan van Nederland’

Meld je aan voor de online Havenkrant en ontvang deze 4 keer per jaar in je inbox.

Wil je niets missen van de Havenkrant?
  

De haven van de toekomst is circulair en stoot geen broeikasgassen meer uit, stelt Siemons. ‘Vroeger waren we er trots op dat Rotterdam de grootste haven van de wereld was, nu willen we graag trots zijn op een duurzame en efficiënte haven. Maar óók daarvoor moeten we aantrek­kelijk blijven voor investeringen en goederenstromen. Want zonder bedrijven ook geen verduurzaming; het is een enorme opgave.’

In die haven van de toekomst – denk aan pakweg over 25 jaar – hebben we nog steeds industrie nodig. Grondstoffen om mobiele telefoons, medicijnen, isolatiemateriaal of windturbines mee te maken, moeten immers ergens vandaan komen. 

‘Bedrijven maken in de toekomst dus niet per se hele andere producten, alleen gaat het proces erachter dan op een duurzame manier – met circulaire grondstoffen. Het is belangrijk om de bestaande industrie om te bouwen naar een duur­zame manier van werken, want we hebben deze bedrijven hard nodig. En ombouwen is ook een stuk duurzamer dan het slopen van oude fabrieken en weer nieuwe bouwen. In de toekomst ziet de haven er daarom voor het oog misschien hetzelfde uit, maar ‘onder de motorkap’ heb je een andere productiemethode.’

Ook vanwege huidige, woelige tijden en geopolitieke spanning is het behoud van deze bedrijven in Nederland essentieel. Siemons: ‘Stel je voor dat je al die grondstoffen en producten moet importeren, dan zijn we afhankelijk van bedrijven en overheden in het buitenland. Dan kun je een speelbal in een geopolitiek spelletje worden. Als wij een eigen industrie behouden, die zélf grondstoffen en producten kan maken, houd je dat ook in eigen hand.’

Bovendien is de uitgangspositie van de haven nog steeds stevig, benadrukt Siemons. ‘De haven draait goed: de overslag is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven en er wordt veilig gewerkt. Dankzij de haven hebben 192.000 mensen een baan in deze regio. Dat is iets om te koesteren.’

Aantrekkelijk blijven

Het mag nu dan een zonnige dag zijn, maar pakken donkere wolken zich niet langzaam samen boven de Rotterdamse haven? Kort na elkaar maakten dit voorjaar twee chemiebedrijven, LyondellBasell/Covestro en Tronox, bekend te vertrekken uit Rotterdam. Donkere wolken? Siemons schudt zijn hoofd. ‘Natuurlijk maak ik me oprecht zorgen over deze ontwikkelingen rondom het investeringsklimaat en de hoge energieprijzen voor de industrie, maar ik denk ook dat er wat aan te doen is. Sterker nog: daar werken we hard aan’, zegt Siemons.

‘Want het is heel ongelukkig dat bedrijven besluiten om te stoppen, in de allereerste plaats voor de mensen die er werken. Ik praat er veel over – met bedrijven, collega’s, politieke contacten – en ik denk dat we het tij kunnen keren. Samen met de overheid willen we dat bedrijven hier goed kunnen draaien én kunnen verduurzamen. Het Havenbedrijf en bedrijven werken daar nu al aan. Dat zie je ook al in de haven: we zijn volop bezig met grote bouwprojecten. Dat is niet meer iets van de toekomst.’

Denk daarbij aan de aanleg van Porthos, het project om CO₂ te transporteren en op te slaan onder de Noordzee. Daarmee worden grote stappen gezet in het verlagen van de uitstoot in de haven. Ook de bouw van de eerste waterstoffabriek en waterstofleiding door de haven vordert gestaag. 

Hoge energieprijzen

Vanaf het kantoor van Siemons (60) – hoog in het World Port Center op de Kop van Zuid, pal langs de Nieuwe Maas – hebben we een geweldig uitzicht over Rotterdam. Een strakblauwe lucht overspant deze middag het herkenbare silhouet van de stad. We zien binnenvaartschepen de Erasmusbrug passeren. Watertaxi’s zoeven over het glinsterende water. Draaien we de blik naar het westen, dan zien we talloze havenkranen en draaiende windturbines aan de horizon. Ver weg en toch dichtbij. 

Boudewijn Siemons is sinds begin vorig jaar de CEO (‘baas’) van Havenbedrijf Rotterdam. Voor de Havenkrant daarom tijd om een blik op de haven te werpen met Siemons, want de Rotterdamse haven is in woelig internationaal vaarwater gekomen. Geopolitieke spanningen hebben invloed op de industrie en de logistiek. Toch is Siemons optimistisch: de haven draait goed, ondanks turbulente tijden.

Verhalen uit de haven

‘De haven draait goed’

Foto: Marc Nolte

Broodje kroket

Siemons praat bevlogen. Vaak gebarend met zijn handen. Soms staat hij op en loopt hij naar de grote havenkaart aan de muur om iets aan te wijzen. Werkplezier? Dat is hem op het lijf geschreven. ‘Ik heb de tofste baan van Nederland’, zegt hij glunderend. ‘In de haven van Rotterdam komt de hele wereld samen. Het is een plek om je te verwonderen over het vele werk dat mensen hier verrichten. Ik ga er graag met partners en collega’s naartoe, maar ook met familie en vrienden.’

En zijn favoriete plek in de haven? Siemons antwoordt lachend: ‘De hele haven is mij lief, maar als ik er één moet noemen, is dat Smickel-Inn Balkon van Europa, de snackbar op het puntje van Maasvlakte 2. Met een broodje kroket in je hand kijk je naar de schepen die de haven binnenvaren. Mooier dan dat wordt het niet, toch?’

Volledig scherm